Laparoscopy is een diagnostische methode die de aanwezigheid of afwezigheid van metastasen van alvleesklierkanker vóór de operatie kan detecteren. Hiermee kunt u een effectief behandelplan voor de ziekte kiezen. Deze diagnostische methode wordt voornamelijk gebruikt als een eindexamen, wanneer eerdere studies veel onduidelijkheid over de omvang van de verspreiding van kanker hebben achtergelaten.
Laparoscopie van de pancreas vervangt de diagnostische laparotomie, maar deze methoden zouden niet correct worden tegengesteld. De voordelen van laparoscopie zijn de eenvoud van de methode, meer veiligheid en minder trauma. Vaak is na deze diagnosemethode geen laparotomie nodig. Inferieur aan de diagnostische mogelijkheden van laparotomie, vanwege wat niet altijd in staat is om het te vervangen.
De methode van laparoscopie maakt het ook mogelijk om de vorm, vorm van de pancreasziekte, te verduidelijken om de duidelijke en indirecte tekenen van pancreatitis te onthullen en om de indicaties voor het gebruik van laparotomie te bepalen.
Verschillende laparoscopen met glasvezel, instrumenten voor biopsie en verschillende manipulaties, video-laparoscopie - een innovatie van het laatste decennium - hebben de mogelijkheden van deze methode aanzienlijk vergroot. Informatie verkregen door een dergelijke diagnose van de staat van de alvleesklier vóór de operatie stelt ons in staat om de fase van kanker te bepalen en wordt gebruikt als basis voor het opstellen van een individueel behandelplan voor de patiënt.
Aanvankelijk werd laparoscopische pancreatische chirurgie alleen gebruikt om het stadium van kanker te bepalen en palliatieve chirurgie uit te voeren in een inoperabele tumor. Maar de wetenschappelijke ontdekkingen van het afgelopen decennium op dit gebied hebben het mogelijk gemaakt om de mogelijkheden voor necrectomie met pancreasnecrose, resectie van pancreastumoren en drainage van pseudocysten bij pancreatitis uit te breiden.
De voordelen van een dergelijke operatie zijn aanzienlijk minder postoperatieve pijn, een kortere hospitalisatieperiode en een kortere hersteltijd na de operatie.
Dit kan worden verklaard door het feit dat met laparoscopie, in tegenstelling tot open operaties, het niet nodig is om een grote laparotomie te maken en de buikorganen sterk te manipuleren om toegang te krijgen tot het operatiegebied. Deze methode geeft een goed anatomisch beeld, wat belangrijk is bij pancreasoperaties vanwege grote vaten in de operatieve zone en retroperitoneale locatie van de pancreas.